Er zijn recepten die zo simpel zijn dat ze eigenlijk in eerste instantie niet geloofwaardig zijn. Soms pakt dat zeer slecht uit, en soms briljant. In ons huishouden houden wij van Bill Granger, vanwege zijn simpele recepten. Hij is zo’n blakende Australische TV-kok met een knus gezin en blijkbaar enorm veel tijd om handen om minstens zijn hele kookboek een aantal keer door te koken, wat blijkt uit de bijgeschreven tekstjes, maar dat kan dus blijkbaar omdat ze zo simpel zijn. Ik heb echter een vrij normaal leven en niet voldoende tijd om al zijn recepten te koken, laat staan meerdere keren, maar toegegeven, onderstaand recept staat vrij vaak bij ons op tafel.
Soms zijn we gechoqueerd. Bijvoorbeeld door de lasagne uit Bill’s Italië, die zo simpel leek dat het eigenlijk niet kon werken, en toen ook dus niet werkte. Laagjes pasta opstapelen met ham en een liter passata smaakt precies naar pasta met ham en passata, in plaats van naar lasagne. Jammerdebammer. Waarom we dat dan toch probeerden? Nou, vanwege een bijna even eenvoudig recept, namelijk gnocchi uit de oven. Dit is een recept dat werkelijk het summum van zijn ingrediënten wordt, en het beste is misschien nog wel dat het in een half uur (plus oven voorverwarmen) op tafel staat en dat je daarvan 25 minuten gewoon hebt kunnen zitten en daarbij wijn hebt kunnen drinken, ofzo. Iets heel anders dan jezelf een lamme arm roeren in de risotto, waarvoor je eerst alles in drie miljoen stukjes heb moeten hakken. Als je het goed speelt hoef je hier niet eens een mes bij te gebruiken, de oven doet het meeste werk. Het resultaat is een gloeiend hete schaal met romige gnocchi die als je ze opschept lange, kazige slierten trekken.
Dit recept is gebaseerd op het recept dus uit het boek Bill’s Italië, waar nog veel meer heel fijne recepten in staan en dat ik ieder kan aanraden. Ik heb het ietsje aangepast: ik heb het nog simpeler gemaakt (van Bill moet je de gnocchi voorkoken, ik zeg: lekker boeien, de wijn staat te wachten), en ik kan het niet laten chilivlokjes erin te doen. En nog een grote aanpassing: Bill stelt dat je hier met vier man van kunt eten. Dat is klinkklare onzin. Dit is precies genoeg, vergezeld van een salade, voor twee volwassenen, of voor drie of vier eters als onderdeel van een grotere maaltijd (met bijvoorbeeld geroosterde groenten, je moet vooral niet te veel moeite gaan doen natuurlijk, en die oven stond toch al aan).
Het belangrijkste element voor mij in dit hele recept is dat je er niet mee gaat lopen prutsen en dingen toevoegen (ja, ik heb het tegen jou, Casper). Spekjes zijn niet nodig, evenals rozemarijn. Dit ding is fantastisch in al zijn glorieuze eenvoud. Al heb ik dus stiekem wel chilivlokken toegevoegd aan het origineel. Foei.
Bill’s Gnocchi
- 1 blik tomatenblokjes
- 1 teen knoflook, fijn gehakt of uit de knoflookpers
- scheut olijfolie
- snufje chilivlokken
- 1 pak gnocchi van 500 gram
- 10 blaadjes basilicum, grof gescheurd
- 250 gram mozzarella (2 bolletjes)
- 50 gram geraspte parmezaan
Schuif een ovenvaste schaal of pan in de oven en verwarm ‘m voor op 200 graden. Keer het blikje tomatenblokjes om in een steelpannetje en zet op een hoog vuur tot het borrelt. Voeg de chilivlokken toe en laat 2 minuutjes koken. Haal van het vuur af en voeg de knoflook en olijfolie toe, en maak op smaak met zout en peper.
Als de oven heet is, haal je de schaal eruit en verdeel je de gnocchi een beetje gelijkmatig erin. Giet de tomatenblokjes eroverheen en verdeel de basilicum over de schaal. Scheur de mozzarella in stukken en verdeel over de gnocchi, en strooi als laatste de parmezaan over de schaal samen met wat extra peper. Zet in de oven voor 25 minuten, of totdat het borrelt en hier en daar een bruin korstje krijgt.
Eerst blazen voor je het in je mond stopt.